Kinderen mogen zich achter ons verschuilen, maar wij nooit achter de kinderen. Hoe ze ook zijn: groot, verstandig, sterk, altijd hebben ze onze bescherming en onze hulp nodig.
zaterdag 28 augustus 2010
Handpoppen
Aangezien kleuters graag poppenkast zien, leren we hoe we de kinderen geboeid houden tijdens het poppenspel. Het is niet zo makkelijk als men denkt, er komt veel bij kijken. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de bewegingen aansluiten bij wat de handpop zegt. Als de handpop praat moet je ook zien dat hij aan het woord is, je moet dus echt nadenken bij wat je handpop doet. Zorg ook voor een leuk karakter voor je pop, bijvoorbeeld een aap die denkt dat hij een hond is, dat vinden kleuters altijd fijn. Er moet dus humor, spanning, en actie zijn in je poppenspel. Spanning in die zin dat de kinderen geboeid blijven en dat er geen stille momenten aanwezig zijn. Deze tips kregen we dan ook tijdens onze oefenmomenten, we kregen dan voorstelling van onze medestudenten en mochten die ook feedback geven.
Tijdens onze oefenmomenten kregen we verschillende opdrachten:
Opdracht 1.
Voorstelling handpop. Dit houdt in dat we de handpop een eigen karakter geven, we studeerden dan een tekstje in (zelf uitgevonden) en we, of beter gezegd onze handpoppen, brachten dit naar voor. In mijn geval was mijn pop een aap die een hond wou zijn. Hij blafte en liep zoals een echte hond.
Opdracht 2. Dialoog met de handpop.
Hierbij werd er verwacht dat we met de handpop communiceerden. Mijn handpop was een kikker die een prins wou worden, hij vroeg me hem een kus te geven.
Opdracht 3. Samenspel op plank.
Hierbij moesten we samenwerken met een medestudent, we werkten ook niet met handpoppen maar met fruit.
Zelfgemaakte handpoppen.
Dit zijn handpoppen gemaakt uit washandjes.
vrijdag 20 augustus 2010
Wie wil er Stinkie's vriendje zijn??
Stinkie is een klein wrattenzwijntje die heel erg stinkt, daardoor wil niemand zijn vriendje zijn. Het is een leuk verhaal met schattige tekeningen.
Het verhaal kan aan bod komen bij het thema "anders zijn".
Het verhaal kan aan bod komen bij het thema "anders zijn".
maandag 9 augustus 2010
De muziekdoos
Ieder kind maakt graag muziek, ze testen alles wat geluid maakt.
Dus ik ging ik ook aan de slag, ik heb van zoveel mogelijk kosteloos materiaal muziekinstrumenten gemaakt.
Inhoud muziekdoos:
* twee bellenkranzen
* twee trommels met bijhorende trommelstokjes
* twee raspinstrumenten met bijhorende stokjes
* drie schuddozen
* een schellenstok
* drie fietsbellen met bijhorende stokjes
* vier schuurblokjes
* twintig ritmestokjes
Ritmestokjes
Trommels
Schuurblokjes
Bellenkranzen
Schellenstok
Raspinstrumenten
Fietsbellen
Schuddozen
De beeldkoffer
Ik ben dol op Tinkerbell, het was dan ook geen moeilijke keuze om mijn koffer te beschilderen. Maar de koffer mocht niet beschilderd worden met een commercieel figuur. Dit was wat lastiger, daarom heb ik enkel de schaduwen op de koffer gezet. Op de voorzijde staan er twee elfen, de grote elf besprenkelt de kleine elf met elfenstof en de kleine elf wordt omgetoverd tot een prachtige volgroeide elf. Dit is het verhaal achter mijn koffer. Dit is het resultaat.
woensdag 7 juli 2010
De verteltas
Voor het vak Nederlands hebben we een verteltas moeten maken.
Wat moet er nu allemaal in die verteltas? Eerst en vooral heb je een thema nodig, dat kan samengaan met een BC. Dan ga je op zoek naar een goed verhaal, in mijn geval heb ik eerst het verhaal gevonden en dan pas het thema vastgesteld.
Er moet dus een hoofdverhaal in, een nevenverhaal, een informatief boek, liedjes/ partituren, kleurplaten en spelletjes, ... Maar ook een brief met uitleg aan de ouders, en een index zodat de ouders weten wat er terug mee moet in de tas.
Het is niet moeilijk om deze tas te maken, gewoon een goedkope linnen zak kleuren met textielverf. Dit moet in warm water gedaan worden. De oren en de slurf zijn gemaakt uit witte stof, die ik ook meegekleurd heb. Dan heb ik de slurf en oren genaaid met daarin vulling. De ogen zijn gemaakt van knopen en zwarte vilt.
Naai alles aan de zak vast en je hebt een "olifantenzak".
Mijn verteltas draait rond het olifantje Kai- Mook. Guido Van Genechten heeft een schattig prentenboek gemaakt over het olifantje.
Ook het informatief boek gaat over Kai- Mook, hierin kan je het babyolifantje volgen vanaf zijn geboorte tot 1jaar oud. Er staan leuke prenten in en leuke weetjes over olifanten.
Als nevenverhaal heb ik voor Bashi het witte olifantje gekozen. Dit gaat over een wit olifantje dat toch wel wat wil opvallen, hij schildert en kleurt zichzelf om toch ergens bij te horen. Er ontstaan dan uiteraard grappige situaties.
Er zitten ook spelletjes in:
memoryspelen:
Handpop + knuffeltje
Puzzelspel (met dobbelsteen)
Er zitten ook nog verschillende werkmapjes in de tas, een mapje met kleurplaten, een mapje met werk- en knutselblaadjes. En niet te vergeten een mapje dat aan de ouders gericht is, daarin kunnen de ouders een brief met de inhoud van de tas terug vinden en kunnen ze zelf op lege blaadjes hun mening of bevindingen rond de tas neerpennen.
Wat moet er nu allemaal in die verteltas? Eerst en vooral heb je een thema nodig, dat kan samengaan met een BC. Dan ga je op zoek naar een goed verhaal, in mijn geval heb ik eerst het verhaal gevonden en dan pas het thema vastgesteld.
Er moet dus een hoofdverhaal in, een nevenverhaal, een informatief boek, liedjes/ partituren, kleurplaten en spelletjes, ... Maar ook een brief met uitleg aan de ouders, en een index zodat de ouders weten wat er terug mee moet in de tas.
Het is niet moeilijk om deze tas te maken, gewoon een goedkope linnen zak kleuren met textielverf. Dit moet in warm water gedaan worden. De oren en de slurf zijn gemaakt uit witte stof, die ik ook meegekleurd heb. Dan heb ik de slurf en oren genaaid met daarin vulling. De ogen zijn gemaakt van knopen en zwarte vilt.
Naai alles aan de zak vast en je hebt een "olifantenzak".
Mijn verteltas draait rond het olifantje Kai- Mook. Guido Van Genechten heeft een schattig prentenboek gemaakt over het olifantje.
Ook het informatief boek gaat over Kai- Mook, hierin kan je het babyolifantje volgen vanaf zijn geboorte tot 1jaar oud. Er staan leuke prenten in en leuke weetjes over olifanten.
Als nevenverhaal heb ik voor Bashi het witte olifantje gekozen. Dit gaat over een wit olifantje dat toch wel wat wil opvallen, hij schildert en kleurt zichzelf om toch ergens bij te horen. Er ontstaan dan uiteraard grappige situaties.
Er zitten ook spelletjes in:
memoryspelen:
Handpop + knuffeltje
Puzzelspel (met dobbelsteen)
Er zitten ook nog verschillende werkmapjes in de tas, een mapje met kleurplaten, een mapje met werk- en knutselblaadjes. En niet te vergeten een mapje dat aan de ouders gericht is, daarin kunnen de ouders een brief met de inhoud van de tas terug vinden en kunnen ze zelf op lege blaadjes hun mening of bevindingen rond de tas neerpennen.
Weerkoffer
Voor het vak wero kregen we de opdracht een weerkoffer te maken.
Dit was allesbehalve een makkelijke opgave! Maar het is me toch gelukt.
Voor mijn weerkoffer heb ik terug naar Lars gegrepen.
Dit is het resultaat.
De weerkalender
De kleuters duiden de dag en het weer aan.De dagen zijn onderverdeeld in verschillende kleuren, iedere dag heeft een bepaalde kleur. Zo weten de kleuters waar ze de dagen moeten kleven. Er is ook plaats voorzien om Lars te kleven, ze moeten dan zeggen welke dag het is vandaag en Lars daar kleven. Voor de oudste kleuters is er ook nog een vliegtuigje voorzien met Lars erin, om aan te duiden welke dag het morgen is.
We maken dus een onderscheid tussen de jonge kleuters en oudere kleuters.
*De jonge kleuters (1ste kleuterklas) hebben minder pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt) en wind.
*De oudere kleuters (2de kleuterklas) werken al met meer pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt), veel wolken(zwaar bewolkt) en wind.
*De oudste kleuters (3de kleuterklas) krijgen er nog eens mist, sneeuw, ijzel en de regenboog bij.
Het is dan ook de bedoeling dat de kleuters vertellen wat ze buiten zien, ze stellen zich dan de vraag: "Welke dag is het vandaag? Regent het vandaag of schijnt de zon, is het mistig of is er wind?" Dan kleven de kleuters de juiste pictogram bij de juiste dag.
Lars de aankleedpop
Als de kleuters het weer aangeduid hebben, kunnen ze Lars aankleden. Zo zal hij zeker niet te koud of niet te warm hebben.
Met velcro worden de kleertjes op de juiste plaats gekleefd.
Ook hier wordt er een onderscheid gemaakt tussen jonge en oudere kleuters.
De jongste kleuters kunnen Lars aankleden met de legende erbij, de oudste kleuters moeten goed kijken naar de streepjes op de kledij. Zo zien ze welke kledij bij elkaar hoort.
De meettoestellen
1. De pluviometer
De kleuters kunnen aan de hand van de kleuren zien hoeveel het geregend heeft. Ze moeten naar het kleur van de pluviometer kijken, op de legende zien ze dan meteen als het hard regent of niet. Ze duiden dan ook aan hoeveel het regent.
2. De thermometer
De kleuters kunnen zien, aan de hand van de thermometer, hoe warm het is. De temperatuur staat telkens duidelijk aangeduid en staat in verbinding met de prenten. Ze zien dan ook meteen of ze hun dikke winterjas nog moeten aanhouden of als ze in hun t-shirt kunnen rondlopen.
3. De windmeter
Het woord zegt het zelf, we meten de wind. Als het windstil is zullen we de blaadjes niet zien bewegen. Maar als er veel wind is, gaan de plaatjes heen en weer. De windsterkte is aangeduid per kleur en kan ook terug aangeduid worden op een legende. Aan ieder plaatje hangt een zwaarder gewicht zodat ze niet allemaal bewegen.
Dit was allesbehalve een makkelijke opgave! Maar het is me toch gelukt.
Voor mijn weerkoffer heb ik terug naar Lars gegrepen.
Dit is het resultaat.
De weerkalender
De kleuters duiden de dag en het weer aan.De dagen zijn onderverdeeld in verschillende kleuren, iedere dag heeft een bepaalde kleur. Zo weten de kleuters waar ze de dagen moeten kleven. Er is ook plaats voorzien om Lars te kleven, ze moeten dan zeggen welke dag het is vandaag en Lars daar kleven. Voor de oudste kleuters is er ook nog een vliegtuigje voorzien met Lars erin, om aan te duiden welke dag het morgen is.
We maken dus een onderscheid tussen de jonge kleuters en oudere kleuters.
*De jonge kleuters (1ste kleuterklas) hebben minder pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt) en wind.
*De oudere kleuters (2de kleuterklas) werken al met meer pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt), veel wolken(zwaar bewolkt) en wind.
*De oudste kleuters (3de kleuterklas) krijgen er nog eens mist, sneeuw, ijzel en de regenboog bij.
Het is dan ook de bedoeling dat de kleuters vertellen wat ze buiten zien, ze stellen zich dan de vraag: "Welke dag is het vandaag? Regent het vandaag of schijnt de zon, is het mistig of is er wind?" Dan kleven de kleuters de juiste pictogram bij de juiste dag.
Lars de aankleedpop
Als de kleuters het weer aangeduid hebben, kunnen ze Lars aankleden. Zo zal hij zeker niet te koud of niet te warm hebben.
Met velcro worden de kleertjes op de juiste plaats gekleefd.
Ook hier wordt er een onderscheid gemaakt tussen jonge en oudere kleuters.
De jongste kleuters kunnen Lars aankleden met de legende erbij, de oudste kleuters moeten goed kijken naar de streepjes op de kledij. Zo zien ze welke kledij bij elkaar hoort.
De meettoestellen
1. De pluviometer
De kleuters kunnen aan de hand van de kleuren zien hoeveel het geregend heeft. Ze moeten naar het kleur van de pluviometer kijken, op de legende zien ze dan meteen als het hard regent of niet. Ze duiden dan ook aan hoeveel het regent.
2. De thermometer
De kleuters kunnen zien, aan de hand van de thermometer, hoe warm het is. De temperatuur staat telkens duidelijk aangeduid en staat in verbinding met de prenten. Ze zien dan ook meteen of ze hun dikke winterjas nog moeten aanhouden of als ze in hun t-shirt kunnen rondlopen.
3. De windmeter
Het woord zegt het zelf, we meten de wind. Als het windstil is zullen we de blaadjes niet zien bewegen. Maar als er veel wind is, gaan de plaatjes heen en weer. De windsterkte is aangeduid per kleur en kan ook terug aangeduid worden op een legende. Aan ieder plaatje hangt een zwaarder gewicht zodat ze niet allemaal bewegen.
Abonneren op:
Posts (Atom)