Voor het vak Nederlands hebben we een verteltas moeten maken.
Wat moet er nu allemaal in die verteltas? Eerst en vooral heb je een thema nodig, dat kan samengaan met een BC. Dan ga je op zoek naar een goed verhaal, in mijn geval heb ik eerst het verhaal gevonden en dan pas het thema vastgesteld.
Er moet dus een hoofdverhaal in, een nevenverhaal, een informatief boek, liedjes/ partituren, kleurplaten en spelletjes, ... Maar ook een brief met uitleg aan de ouders, en een index zodat de ouders weten wat er terug mee moet in de tas.
Het is niet moeilijk om deze tas te maken, gewoon een goedkope linnen zak kleuren met textielverf. Dit moet in warm water gedaan worden. De oren en de slurf zijn gemaakt uit witte stof, die ik ook meegekleurd heb. Dan heb ik de slurf en oren genaaid met daarin vulling. De ogen zijn gemaakt van knopen en zwarte vilt.
Naai alles aan de zak vast en je hebt een "olifantenzak".
Mijn verteltas draait rond het olifantje Kai- Mook. Guido Van Genechten heeft een schattig prentenboek gemaakt over het olifantje.
Ook het informatief boek gaat over Kai- Mook, hierin kan je het babyolifantje volgen vanaf zijn geboorte tot 1jaar oud. Er staan leuke prenten in en leuke weetjes over olifanten.
Als nevenverhaal heb ik voor Bashi het witte olifantje gekozen. Dit gaat over een wit olifantje dat toch wel wat wil opvallen, hij schildert en kleurt zichzelf om toch ergens bij te horen. Er ontstaan dan uiteraard grappige situaties.
Er zitten ook spelletjes in:
memoryspelen:
Handpop + knuffeltje
Puzzelspel (met dobbelsteen)
Er zitten ook nog verschillende werkmapjes in de tas, een mapje met kleurplaten, een mapje met werk- en knutselblaadjes. En niet te vergeten een mapje dat aan de ouders gericht is, daarin kunnen de ouders een brief met de inhoud van de tas terug vinden en kunnen ze zelf op lege blaadjes hun mening of bevindingen rond de tas neerpennen.
Kinderen mogen zich achter ons verschuilen, maar wij nooit achter de kinderen. Hoe ze ook zijn: groot, verstandig, sterk, altijd hebben ze onze bescherming en onze hulp nodig.
woensdag 7 juli 2010
Weerkoffer
Voor het vak wero kregen we de opdracht een weerkoffer te maken.
Dit was allesbehalve een makkelijke opgave! Maar het is me toch gelukt.
Voor mijn weerkoffer heb ik terug naar Lars gegrepen.
Dit is het resultaat.
De weerkalender
De kleuters duiden de dag en het weer aan.De dagen zijn onderverdeeld in verschillende kleuren, iedere dag heeft een bepaalde kleur. Zo weten de kleuters waar ze de dagen moeten kleven. Er is ook plaats voorzien om Lars te kleven, ze moeten dan zeggen welke dag het is vandaag en Lars daar kleven. Voor de oudste kleuters is er ook nog een vliegtuigje voorzien met Lars erin, om aan te duiden welke dag het morgen is.
We maken dus een onderscheid tussen de jonge kleuters en oudere kleuters.
*De jonge kleuters (1ste kleuterklas) hebben minder pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt) en wind.
*De oudere kleuters (2de kleuterklas) werken al met meer pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt), veel wolken(zwaar bewolkt) en wind.
*De oudste kleuters (3de kleuterklas) krijgen er nog eens mist, sneeuw, ijzel en de regenboog bij.
Het is dan ook de bedoeling dat de kleuters vertellen wat ze buiten zien, ze stellen zich dan de vraag: "Welke dag is het vandaag? Regent het vandaag of schijnt de zon, is het mistig of is er wind?" Dan kleven de kleuters de juiste pictogram bij de juiste dag.
Lars de aankleedpop
Als de kleuters het weer aangeduid hebben, kunnen ze Lars aankleden. Zo zal hij zeker niet te koud of niet te warm hebben.
Met velcro worden de kleertjes op de juiste plaats gekleefd.
Ook hier wordt er een onderscheid gemaakt tussen jonge en oudere kleuters.
De jongste kleuters kunnen Lars aankleden met de legende erbij, de oudste kleuters moeten goed kijken naar de streepjes op de kledij. Zo zien ze welke kledij bij elkaar hoort.
De meettoestellen
1. De pluviometer
De kleuters kunnen aan de hand van de kleuren zien hoeveel het geregend heeft. Ze moeten naar het kleur van de pluviometer kijken, op de legende zien ze dan meteen als het hard regent of niet. Ze duiden dan ook aan hoeveel het regent.
2. De thermometer
De kleuters kunnen zien, aan de hand van de thermometer, hoe warm het is. De temperatuur staat telkens duidelijk aangeduid en staat in verbinding met de prenten. Ze zien dan ook meteen of ze hun dikke winterjas nog moeten aanhouden of als ze in hun t-shirt kunnen rondlopen.
3. De windmeter
Het woord zegt het zelf, we meten de wind. Als het windstil is zullen we de blaadjes niet zien bewegen. Maar als er veel wind is, gaan de plaatjes heen en weer. De windsterkte is aangeduid per kleur en kan ook terug aangeduid worden op een legende. Aan ieder plaatje hangt een zwaarder gewicht zodat ze niet allemaal bewegen.
Dit was allesbehalve een makkelijke opgave! Maar het is me toch gelukt.
Voor mijn weerkoffer heb ik terug naar Lars gegrepen.
Dit is het resultaat.
De weerkalender
De kleuters duiden de dag en het weer aan.De dagen zijn onderverdeeld in verschillende kleuren, iedere dag heeft een bepaalde kleur. Zo weten de kleuters waar ze de dagen moeten kleven. Er is ook plaats voorzien om Lars te kleven, ze moeten dan zeggen welke dag het is vandaag en Lars daar kleven. Voor de oudste kleuters is er ook nog een vliegtuigje voorzien met Lars erin, om aan te duiden welke dag het morgen is.
We maken dus een onderscheid tussen de jonge kleuters en oudere kleuters.
*De jonge kleuters (1ste kleuterklas) hebben minder pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt) en wind.
*De oudere kleuters (2de kleuterklas) werken al met meer pictogrammen; regen, zon, wolken (bewolkt), veel wolken(zwaar bewolkt) en wind.
*De oudste kleuters (3de kleuterklas) krijgen er nog eens mist, sneeuw, ijzel en de regenboog bij.
Het is dan ook de bedoeling dat de kleuters vertellen wat ze buiten zien, ze stellen zich dan de vraag: "Welke dag is het vandaag? Regent het vandaag of schijnt de zon, is het mistig of is er wind?" Dan kleven de kleuters de juiste pictogram bij de juiste dag.
Lars de aankleedpop
Als de kleuters het weer aangeduid hebben, kunnen ze Lars aankleden. Zo zal hij zeker niet te koud of niet te warm hebben.
Met velcro worden de kleertjes op de juiste plaats gekleefd.
Ook hier wordt er een onderscheid gemaakt tussen jonge en oudere kleuters.
De jongste kleuters kunnen Lars aankleden met de legende erbij, de oudste kleuters moeten goed kijken naar de streepjes op de kledij. Zo zien ze welke kledij bij elkaar hoort.
De meettoestellen
1. De pluviometer
De kleuters kunnen aan de hand van de kleuren zien hoeveel het geregend heeft. Ze moeten naar het kleur van de pluviometer kijken, op de legende zien ze dan meteen als het hard regent of niet. Ze duiden dan ook aan hoeveel het regent.
2. De thermometer
De kleuters kunnen zien, aan de hand van de thermometer, hoe warm het is. De temperatuur staat telkens duidelijk aangeduid en staat in verbinding met de prenten. Ze zien dan ook meteen of ze hun dikke winterjas nog moeten aanhouden of als ze in hun t-shirt kunnen rondlopen.
3. De windmeter
Het woord zegt het zelf, we meten de wind. Als het windstil is zullen we de blaadjes niet zien bewegen. Maar als er veel wind is, gaan de plaatjes heen en weer. De windsterkte is aangeduid per kleur en kan ook terug aangeduid worden op een legende. Aan ieder plaatje hangt een zwaarder gewicht zodat ze niet allemaal bewegen.
dinsdag 6 juli 2010
Stage "Naar bed"
22 april Startte de eerste echte stage in de kleuterklas.
Spanning alom! De voorbereidingen die vooraf gingen waren zwaar, maar het resultaat van de stage mocht er wezen!
Zoals het hoort heb ik "mijn klas" dan omgetoverd tot een grote slaapkamer.
En niet te vergeten de bijhorende activiteiten. Pyjama's maken, een bedje bestempelen, en nog veel meer.
Het was een stage om nooit te vergeten!
De iti's
18 november zijn we voor het vak muzische grondhouding met een paar groepjes naar Mivalti te Tielt getrokken.
Eerst moesten we met z'n allen brainstormen, alles wat in ons opkwam op een blad schrijven. De gekste ideeën, de gekste ideeën, maar vooral zeer originele ideeën!
Daarna moesten we een selectie maken, elk 2 woorden of thema's uitkiezen. Daarrond hebben we dan een voorstelling in elkaar moeten steken. Makkelijk was dit niet!
We hadden eerst het thema "pamperkabouters" of "rode smurfen" maar dit was commercieel, we hebben dan voor de "Iti's" gekozen.
De 7 Iti's leven in het Itibos, ze spelen en lachen altijd. Maar op een dag was er een Iti zeer verdrietig, ze was haar vriendjes kwijt. Ze huilde en treurde en voelde zich eenzaam... De Iti riep heel luid "hallo" maar de vriendjes kwamen niet... Ze riep nog eens heel luid, plots waren alle Iti's daar! Ze zongen en dansten en waren heel blij dat ze elkaar terug gevonden hadden. Maar waren alle Iti's er wel? Er was er nog eentje zoek, dat is het begin van heet grote avontuur..
De 7? Iti's
Planckendael
21 oktober gingen we met z'n allen op bezoek bij de dieren in Planckendael. Daar kregen we een rondleiding over hoe we de kleuters konden rondleiden in het dierenpark. We werden rondgeleid door een vriendelijke man, zongen liedjes en kregen leuke uitleg rond de dieren uit het park.
Dit is de dag dat Lars geboren werd, de mooiste beer uit de shop van Planckendael!
Tweedaagse West- Malle
5 En 6 oktober 2009 Zijn we met de studenten van 1bako en 1balo vertrokken op een tweedaagse. Het avontuur begon voor mij in het station in Tielt, samen met een paar medestudenten vertrokken we met de trein naar Antwerpen centraal, waar we samen met de rest van de studenten moesten wachten op de bus naar onze verblijfplaatsen in West- Malle.
Eenmaal aangekomen kregen we onze kamers toegewezen en mochten we al meteen terug naar buiten. Daar stonden onze begeleidende lectoren ons op te wachten, ze deden elk een paar trucjes en gaven uitleg wat er ons de komende dagen te wachten stond.
In de middag begon ons programma al! We kregen verschillende workshops, de sessies: muziek, bewegingsexpressie, drama, beeld en muzisch taalgebruik.
Hier draait het om durf, durf om voor een groep te staan, durf om u zelf te zijn. Want als je voor de klas staat moet je er wel degelijk staan!
Het was leuk om de studenten te leren kennen, en ook de lectoren eens in een ander daglicht te zien!
Waarom ik juf wil worden.
Voor deze opleiding heb ik kinderzorg gevolgd. Ik wou altijd verpleegster worden tot ik in het 5de middelbaar stage gedaan had in een minicréche.Toen wist ik wat ik echt wou doen! Kleuterjuf worden. En ja hoor toen ik enkele keren in de kleuterklas stage gedaan had, wist ik het absoluut zeker. Dit is iets voor mij!
Zogezegd zo gedaan, toen ik mijn diploma van kinderzorg op zak had ben ik overgestapt naar kleuteronderwijs. Het is heel veel werk maar ik heb er nog geen spijt van! Ik heb leuke mensen leren kennen, en er heerst een leuke sfeer op de campus. Nu maar hopen dat ik mijn 3jaar kan voldoen!!
Duimen!!
Zogezegd zo gedaan, toen ik mijn diploma van kinderzorg op zak had ben ik overgestapt naar kleuteronderwijs. Het is heel veel werk maar ik heb er nog geen spijt van! Ik heb leuke mensen leren kennen, en er heerst een leuke sfeer op de campus. Nu maar hopen dat ik mijn 3jaar kan voldoen!!
Duimen!!
Abonneren op:
Posts (Atom)